Met landschapspark Oisterwijk wordt het buitengebied nadrukkelijk veel meer als eenheid neergezet. De unieke kwaliteiten van de natuurgebieden zijn overal bekend. Met de ambitie ‘landschapspark Oisterwijk’ wil de gemeente de aandacht op het hele buitengebied vestigen. De gemeente wil zicht geven op de hele variëteit van het landschap als een Rijksmuseum dat niet alleen haar Nachtwacht wil laten zien, maar haar hele collectie.
In het hele buitengebied staat de kwaliteitsverbetering centraal, en veel minder de functie of de grootte ervan. Hiertoe komt in de omgevingsvisie een nieuw instrument.
Functioneel komt het accent meer te liggen op de gevarieerde plattelandseconomie, waar de landbouw in al haar facetten een volwaardige, maar niet de enige en belangrijkste, plek inneemt. De landbouw is voor het landschap een essentiële drager en krijgt kansen voor economische versterking via innovatie, verduurzaming en door bij te dragen aan een gezond leefklimaat. Er zijn vooral kansen voor een agrarische sector die zich richt op verbreding, verduurzaming en kortere, meer lokale, ketens. De gemeente vindt verbetering van de kwaliteit van het leefmilieu belangrijk zodat hinder en gezondheidsklachten niet toenemen en waar mogelijk afnemen.
De ontwikkelingen in het buitengebied zijn al heel divers en Oisterwijk is ook trots op de balans die vaak gevonden wordt tussen de agrarische ontwikkelingen, de recreatie en het landschap. Het landschapspark is ook een manier om de (toekomstige) transformatie van het platteland verder vorm te geven. De functie van (vrijkomende agrarische) erven in het buitengebied is niet zozeer relevant, wel de kwaliteitsverbetering die ermee wordt gehaald. Binnen het landschapspark bestaat zo de mogelijkheid om de recreatieve druk iets meer te spreiden. Recreatieve ontwikkelingen worden in het hele buitengebied mogelijk, mits het de ontwikkeling van de landbouw niet belemmert en het een kwaliteitsverbetering van het landschap en/of natuurwaarden oplevert.
Voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen (VAB) ziet de gemeente eveneens een brede ontwikkeling. Essentieel is de bijdrage die nieuwe functies leveren aan een hoge kwaliteit van het landelijk gebied. Naarmate de economische waarde van een herontwikkelingslocatie in het landelijk gebied hoger is kan de maatschappelijke bijdrage die op deze locatie wordt geleverd aan de omgevingskwaliteit ook hoger zijn. Daarom zoekt de gemeente ruimte voor nieuwe economische functies. Voorwaarde is wel dat het de grondgebonden veehouderij respecteert en bijdraagt aan een vitaal platteland door verbondenheid met de landbouw en/of de lokale economie. (Oneerlijke) concurrentie met binnenstedelijke ontwikkeling is niet gewenst. Nieuwe woonconcepten die bijdragen aan het hoogwaardige en onderscheidende woonmilieu van de gemeente en niet strijdig zijn met het gemeentelijk woningbouwprogramma zijn denkbaar. Deze kans ligt er mogelijk in de kernrandgebieden en landgoederen van onze gemeente. In het veehouderijbeleid is gekozen voor een standstill van de veehouderij in een zone van 250 meter rondom de kernen. Gedacht kan worden aan o.a. nieuwe woonconcepten, die een combinatie hebben met zorg (zorgwonen), recreatie of groepswonen, die een aantoonbare lokale behoefte invullen.