Dit gebied ten oosten van het centrumgebied ligt ingeklemd tussen spoorlijn en de Voorste Stroom. Het westelijk deel (tussen centrumgebied en Secretaris van den Hoevelstraat) dateert grotendeels uit de eerste helft van deze eeuw. Functies, verkavelingspatroon en bebouwingswijze van dit deel zijn gevarieerd en sluiten meer aan bij het aangrenzende centrumgebied. De karakteristieke bebouwing langs de Boxtelsebaan en Nicolaas van Eschstraat is aangewezen als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht.
Het oostelijk deel is veel strakker van opzet en functie: woningbouw (hoofdzakelijk rijenwoningen) binnen een duidelijke blokverkaveling. De straten in dit deel zijn voor het merendeel ingericht als 30 km/uur-zone. De belangrijkste straten hebben naast laanbeplanting ook brede plantsoenstroken (Burgtakkerdreef, Terburghtweg, Secretaris van den Hoevelstraat). Verdichting met woonbebouwing heeft plaatsgevonden op het voormalige plantsoen tussen Kempenlandstraat en Graafschap Megenstraat.
De afstemming op de Voorste Stroom is met zorg uitgevoerd (Waterhoefweg), de noordrand kent een harde en abrupte overgang (spoorlijn); ook aan de noordoosthoek (Kuiperstraat) is sprake van een abrupte overgang van de kernbebouwing naar het omliggende landschap.