Direct ten westen van Moergestel liggen enkele agrarische gronden die een overgang vormen tussen de kern en het natuurgebied. Vanuit deze gebieden is zicht op het natuurgebied.
Er is hier sprake van een Esdorpenlandschap. Onder invloed van het potstalsysteem zijn op de zandgronden verschillende bodems ontstaan met verschillende landschapstypen. In dit systeem werd het vee ‘s nachts in de stallen gehouden. De mest werd vermengd met een strooisellaag uit de bossen en op de landbouwgronden rondom de boerderij verspreid. Hierdoor ontstond een vruchtbare bodem waarop men akkerbouwgewassen kon telen. Deze vruchtbare laag werd steeds dikker en vruchtbaarder. Deze akkercomplexen werden gezamenlijk ontgonnen en vanuit de boerderijen in het dorp bewerkt. Hierdoor zijn rond de meeste dorpen in zandgebieden essen ontstaan die nog steeds herkenbaar zijn als grotere open gebieden, maar de karakteristieke hoogteverschillen zijn in veel gevallen verdwenen.